Deze website maakt gebruik van cookies

Deze website gebruikt functionele cookies. Door gebruik te maken van deze website, geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies.

Sluiten

‘Wkb beschermt bouwconsument en verbetert de bouw’

21 augustus 2019

‘Calamiteiten zijn nooit 100% te voorkomen’, zegt Keimpe Stroop van gBOU. We spreken kort over de recente media aandacht rondom het deels ingestorte dak van het AZ stadion. ‘De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen zal wettelijke verankering geven van intensivering van risicogestuurd en doelmatig toezicht op ieder bouwwerk. De Wkb start met toezicht op bouwwerken in de laagste risicoklasse. Een voetbalstadion zit in de hoogste risicoklasse en dit toezicht blijft voorlopig dus nog bij de overheid.’ BRIS spreekt Keimpe over de nieuwe bouwwet die volgend jaar in werking treedt en de bouwconsument beter beschermt. Die krijgt zekerheid over de kwaliteit gedurende de gehele levensduur, van particuliere woning tot voetbalstadion.

De belangrijkste wijziging van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen is dat deze het bouwwerk borgt: hoe het wordt gemaakt. Op dit moment wordt het bouwplan geborgd, legt Keimpe Stroop uit, directeur van kwaliteitsborger gBOU. uit Heerenveen. En dat is een heel groot verschil. Gevraagd naar het ingestorte dak van AZ meent hij dat de Wkb een poging zal doen om dit soort zaken te voorkomen. ‘Inmiddels heeft de OVV aanbevolen het stadion voorlopig te sluiten. De oorzaak ligt waarschijnlijk aan een gebrek van de gelaste verbindingen waardoor verder instortingsgevaar op de loer ligt. Er was druk op het budget. Er is veel bezuinigd, op het scherpst van de snede is in Alkmaar gebouwd. Dat is gebruikelijk in de bouw. Veiligheid zit daarbij nog steeds in de concurrentiesfeer. De kans dat het dan fout kan gaan neemt daarmee toe’, aldus Keimpe.

Zekerheid kost geld

De Wkb zal er aan bijdragen dat de risico’s bij bezuinigingsoperaties beter zichtbaar worden denkt Stroop. De kwaliteitsborger zal voldoende zekerheid willen hebben over de feitelijke constructie alvorens hij een goedkeurende verklaring zal afgeven. Deze extra zekerheid kost voor de kortere termijn extra geld. Voor de langere termijn is het een opbrengst. Kijk nu maar eens welke schade het gevolg kan zijn van deze instorting. Dat is nog niet te overzien. Iedere bouwconsument - professioneel of particulier - heeft dus vanuit verschillend perspectief belang bij deze extra zekerheid.

De kwaliteitsborger kijkt mee

Nu gaat er nog veel energie in een goed bouwplan zitten, dat geldt ook voor de overheid (gemeente). Van veel groter belang is echter de borging van de kwaliteit van het bouwwerk zelf, en dat dat aantoonbaar is. De gemeente heeft geen capaciteit meer om daarop, inclusief alle wijzigingen die voor en tijdens de bouw ontstaan, toe te zien. Van de uniforme systematiek die de Wkb is, vindt Keimpe een groot pluspunt dat de lokale verschillen gaan verdwijnen. De bouw zal verbeteren, ook omdat de aannemer zijn kwaliteit bij opleveren zelf moet gaan aantonen.
Het doel van de Wkb is om alle bouwconsumenten beter te beschermen. Een goede aannemer kan nu zelf ook wel duidelijkheid geven over bouw en kwaliteit, maar dat volstaat straks niet meer. Deze moet ook komen van een paar extra ogen: die van de externe kwaliteitsborger.

Toezicht verschuift naar de markt

Wat organisatorisch wijzigt is dat het toezicht van de gemeente verschuift naar de markt zelf, naar een kwaliteitsbeoordelaar. Bouwplanbeoordeling komt ook op zijn bordje. De bouwsector zal daarop gaan inspelen, verwacht Keimpe Stroop: ‘de aannemer zal zijn werk anders gaan organiseren zodat het extra werk van de kwaliteitsborger tot redelijke proporties beperkt blijft. Niet direct, maar wel op termijn. Ook een kostenoverweging motiveert de aannemers, hij zal niet alles kunnen en willen uitbesteden.’

‘Ik zie echt niet voor me dat wij een keet op de bouwplaats gaan neerzetten. Dagelijks toezicht moet de aannemer zelf doen, anders wordt het onbetaalbaar en wordt het ook nooit een succes. Laat ons maar geregeld langskomen. Bovendien: hij moet ook zélf die kwaliteit aantonen’, zegt Stroop.

Borging in alle facetten van bouwen

In zijn werk en tijdens projecten merkt de directeur van gBOU. dat het externe toezicht de bouwsector verrast. Aannemers zijn innovatief bezig, bedenken zelf oplossingen, bijvoorbeeld om sneller en beter te bouwen. Keimpe: ‘maar als daarvan geen tests zijn, zijn er ook geen betrouwbare gegevens. Dat wil niet zeggen dat de oplossing of het product dan niet goed is, maar ik als kwaliteitsborger kan dat dan niet vaststellen en kan dan op grond van ons gecertificeerd systeem geen verklaring afgeven. Aannemers hebben daar moeite mee. Ze hebben natuurlijk vertrouwen in hun eigen product. ‘Maar het moet straks in alle facetten van het bouwen aangetoond in orde zijn en daarover denken ze nu nog veel te weinig na.’

Alle gebreken melden

Zegt nu de aannemer tegen de klant dat het opgeleverde goed is en dat hij aan zijn verplichtingen heeft voldaan, straks verklaart de kwaliteitsborger dat aan de overheid en is hij verplicht alle gebreken te melden. Spreekt hij zijn veto uit dan zal de overheid stellen dat het bouwwerk niet in gebruik mag worden genomen. Maar zo hoeft het niet te gaan. Als de ventilatie niet conform de norm van het Bouwbesluit is, is dat van een andere orde dan een afwijking in de constructie. Hoe de overheid hierop uiteindelijk zal handhaven is nog onbekend.

Taken verschuiven, budget nog niet

Maar nog niet alles gaat even soepel. De inwerkingtreding werd al keer op keer uitgesteld. Bij de gemeenten is nog niet veel animo er mee te gaan werken, maar bij de kwaliteitsborgers zelf ook niet. Als mogelijke verklaring voor het laatste noemt Keimpe Stroop dat het hen niet genoeg oplevert. ‘Er is te weinig verdiencapaciteit als de overheid de huidige leges blijft heffen’, vindt hij. Die zijn gemiddeld circa 3% van de bouwkosten. Om de externe kwaliteitsborging goed te faciliteren moeten de leges omlaag zodat er geld vrijkomt om de borger en bouwer met de nieuwe systematiek te laten werken. En dat kan, want de gemeente gaat minder doen. ‘Taken verschuiven, maar het budget op dit moment nog niet. De financiering van externe borging is nu dus een knelpunt.’

Kwaliteitsborging zal op termijn neerkomen op gemiddeld circa 1,5% van de bouwkosten, zo is de verwachting. Worden de huidige leges gehalveerd, dan kan de nieuwe aanpak per saldo kostenneutraal worden toegepast, rekent Keimpe voor.